Na afloop (1)

Ben benieuwd hoe het straks gaat, dat laatste ‘dag’ zeggen tegen een werkgever voor wie ik bijna 20 jaar als freelancedocent heb gewerkt. Afgelopen vrijdag was ik nog in de stad Groningen met een oude vriendin (van de middelbare school). We liepen naar het Forum, het Mordor van Groningen. De vriendin holde het gebouw ook van binnen uit. ‘Er wás hier al een goede bioscoop.’ ‘We hádden al een prima bibliotheek.’
De fijne wandeling door de stad met mooi weer, sleep de scherpe kantjes van dit bezoek bij. Het pand aan de Korreweg waarin mijn jongste broer van zijn veertiende tot zijn achttiende noodgedwongen moest wonen, bleek gesloopt. Niets meer van over.  Er zijn nu een supermarkt en een parkeergarage, zelfs de steeg naast het huis is weg. De nieuwbouw verhinderde niet dat een en ander in mijn hoofd nog recht overeind staat. Ook op het station voelde ik de rillingen van de voorbije tijd.

In de trein terug hoorde ik een paar stoelen verderop iemand in het Engels vragen: ‘Houd je nog steeds van je airfryer?’ Ik wachtte met grote oren op het antwoord. Ik heb er ook een, maar na zo’n honderd keer gesneden aardappels fryen ( ik eet veel patat) komt er een flinke stank uit zo’n apparaat en ik bezit een goede neus. Het is een aan vet verwante lucht met een schrale, grijze component erin en een ondertoon van gebakken aarde die lang blijft hangen. Het leek me een gesprek tussen een schoonmoeder en haar schoondochter, op zoek naar onderwerpen die de relatie niet dieper laten zinken. Een klassieker van een van mijn schoonmoeders: ‘Waarom schrijf je geen bestseller?’ En van een volgende schoonmoeder: ‘Dus je bent een soort Vincent van Gogh.’ Ik had toen nog geen airfryer, dus vandaar waarschijnlijk.

Nu ik aan onfrisse luchten denk: afgelopen maandagavond in Arminius geweest, een discussie over De Toekomst van het Boijmans. Over de uitslag kan ik kort zijn: dat museum blijft zeker de komende tien jaar dicht. Ik kreeg er enorme Barbara Pym-vibes en verwachtte dus zowel knikkebollen op de eerste rijen als interrupties van Mannen Die Het Beter Weten. Geen van beide. Wel, ondanks de hoogte van het pand, een mensenlucht die me deed verlangen naar de tijd dat roken nog gezond was en je in elke openbare gelegenheid wegens de damp geen mensen rook. Wat kunnen we toch stinken, zo met z’n allen, hè?

Buiten praatten Tom en ik over het woord ‘amoveren’ (slopen), dat we daar voor het eerst gehoord hadden. Uit ervaring weet ik dus dat amoveren weinig uitricht. Voor degenen die het pand gekend hebben, blijft het staan waar het was. Voor de architecten van dit deel van het Boijmans misschien een troost?


| mv | Thu, 06 Jul 2023 |