M’n jongste broer en ik horen tot het soort van wie vroeger gezegd werd: ‘Dan zijn ze toch nog goed terechtgekomen.’ Over onze middelste broer durven anderen zoiets dan niet te beweren, want die is verstandelijk gehandicapt. Boven zie je hem op een tekeningetje. Daarop is hij dertig. Maar hij kleurt ook nu nog steeds zo:
We maken samen een stripverhaal: Kasper & de tehuizen. Althans, hij levert ook tekeningen aan, en knutselwerken.
Hieronder alvast een plaatje uit een van de eerste hoofdstukken: Een zus in de oudercommissie. De maatschappelijk werker, het locatiehoofd en het klusterhoofd zijn te herkennen aan, eh, zakkige hoofden. Hier is het 1978. Ze wachtten op mij, zie je wel?