#239 DE- DEN HAAG - EXPEDITIE

Nu Trubus op een gewone stadsfiets helemaal naar Berlijn is gereden en een vriendin van mijn dochter all the way naar Parijs, denk ik dat Den Haag op de fiets voor mij haalbaar moet zijn. Klein beginnen.

De gedachte om me voor een beter begrip in het type Stef Blok te verplaatsen laat ik bij deze temperaturen noodgedwongen varen. Dat wordt me echt te zweterig. En is het in z’n soort geen ‘cultural appropriation’ om je tijdelijk in een weblog de problemen toe te eigenen van een persoon uit een totaal andere categorie dan de jouwe? Bovendien is het de vraag of ik voor het tijdsbestek van pakweg een uur zowel ministeriële verantwoordelijkheid op me kan nemen als populair-onwetenschappelijke uitspraken.

Gelukkig heeft het parlement zomerreces. Ik kan onder de bezielende leiding van een kunstenaar die zich ‘de Berevrouw’ noemt rustig die kant op fietsen zonder close encounters met Stef Blok in het verschiet. Maar. Halen we op één dag de terugkeer naar 010, vraag ik. Of moeten we bij Scheveningen stiekem op het strand gaan slapen?

De Berevrouw komt met opties als ‘Kruidvathotels’ waar ik nog nooit van gehoord heb. Ze roepen associaties op met slapen naast goedgevulde schappen shampoo en gezichtscremes.
‘Of een nacht kamperen,’ zegt ze. Dan zal ze zelf op de camping ‘Schotel-Berevrouw- Chili- sin carne’ maken – een schotel die, wie weet, ook zonder bonen is?

‘Nee, nee, beslist geen eten mee,’ vind ik. ‘Dat is ballast en dat moeten we niet hebben. We zoeken in Den Haag een Indische toko en we gaan terug met de Randstad Rail.’
Daarbij popt het probleem op: wat aan te trekken? Ik ga echt niet in een korte broek door Den Haag fietsen, zelfs niet als Stef Blok elders is. In 010 en eigenlijk nergens loop ik in het openbaar rond in een korte broek of erger (de driekwart).

‘Zomerjurken van T-shirt-stof en een hoed op, ‘ beslist de Berevrouw die net als ik snel kreeftachtig verkleurt. Verder: vroeg op. Factor 50. Flessen water. Citroensap. Hoed(je). Zonnebril. Nieuwe multifocale zweefbril die alles in de hoeken van m’n gezichtsveld laat golven, plus leesbril (voor de zekerheid). Badpakken en handdoeken voor als we bij Kijkduin in zee gaan zwemmen. Het plan begint me al een béétje tegen te staan.

Ik vraag een volgende bevriende kunstenaar, Ka Yee, of ze mee wil op onze Den Haag-expeditie. Hoe meer zielen, hoe meer zweet.
‘Ontspannen,’ zeg ik. ‘We hebben de hele zomer gewerkt, [niet voor de kunst, maar voor het brood] we moeten eruit. Op de fiets maken we onder geen beding selfies en als het niet meer gaat, kunnen we altijd nog een taxi bellen – hoewel zeer begrotelijk.’

Ik vertel van de beloning die ons zal wachten in Den Haag (het Indische eten) en terug met de RR. Tot mijn verbazing zegt ze niet gelijk ‘nee’.  Een denderend ‘ja’ hoor ik evenmin. Wel kijkt ze me aan of ik Stef Blok geworden ben: met een blik van medelijden en afkeur tegelijk.


| mv | Mon, 30 Jul 2018 |