#252 EEUWIG NU

image

In Trouw schreef dichter en leraar Nederlands Coen Peppelenbos (ook van website Tzum) een angstaanjagend artikel. Daarin staat dat een tweedegraadsleraar Nederlands binnenkort geen literatuurgeschiedenis van vóór 1880 meer hoeft te doceren. Wie in dit seizoen nijdig tussen de tanden sist dat ‘Sinterklaasss een kinderfeessst isss’,  en ‘zwarte piet een traditie die bewaard moet blijven’, die zou zich beter eens kunnen bekommeren om onze literatuur.

Met de zwarte piet gaat er hooguit wat zwarte schoenverf verloren. En natuurlijk het racistische deel van een traditie. Maar met het wegvallen van kennis over oude teksten sneuvelt er een wereld. Dan is het altijd nu geworden. Wat een afgrijselijke gedachte.

Tweedegraadsdocenten hoeven zelfs geen schrijvers van vóór 1880 gelezen te hebben. Valt de Sara Burgerhart definitief uit de boekenkast? In m’n eigen lespraktijk merk ik dat het verdwijnen van de lange, verplichte leeslijst (Nederlandse literatuur) ver strekkende gevolgen heeft. Er ontstaat een breuk met het verleden. En er is meer aan de hand.

Daarbij moet ik direct opmerken dat in de jaren van de verplichte, lange leeslijst het gros van de leerlingen (volgens mij) evenmin van lezen hield als nu. Ze werden gedwongen. Ze lazen in elk geval de uittrekselboeken, of uittreksels van de uittrekselboeken. Alle leerlingen, van mavo tot gymnasium, wisten wie Vondel was. (Dat was een zeventiende-eeuwse dichter met een band- en garenwinkeltje in Amsterdam. Hij schreef ‘De’ Gijsbrecht.) Ze wisten dat ‘Marieke’ - de minst originele aller voornamen - reeds gebruikt werd in de middeleeuwen.  Er werd een gemeenschappelijke kennisachtergrond gecreëerd: kennis van de Nederlandse literatuurgeschiedenis-  vanzelfsprekend inclusief de literaire werken die in de voormalige koloniën geschreven waren.

Het wegvallen van de verplichte, lange leeslijst is er volgens mij mede debet aan dat veel studenten nu moeite hebben met tekstbegrip en met het schrijven van een scriptie in helder Nederlands. (De andere twee schuldigen zijn: wereldwijde impopulariteit van de geesteswetenschappen en voorkeur voor het Engels als voertaal in het onderwijs.) Het vak Nederlands is op alle niveaus (van middelbare school tot hbo) uitgehold tot aanleren van competenties (grammatica) waaraan je alleen iets hebt als je een taaltoets moet doen.

Vergeten is dat kinderen door verplicht veel romans te lezen, (of uittrekselboeken) gaandeweg een woordenschat opbouwen. Bovendien krijgen ze inzicht in complexe tekst-structuren en in het correct bouwen van zinnen. Lezen van literatuur levert inzichten op in het leven van derden, in andere tijden, in gebeurtenissen op andere continenten. Een vaardige lezer krijgt plezier in taal, in hoe iets gezegd wordt.

Nu dreigt de toegang tot het verleden geblokkeerd te worden omdat men oudere bronnen niet meer wil, of kan lezen. Daarmee zal ook het begrip wegvallen van hoe situaties van nu zijn ontstaan door gebeurtenissen in het verleden.
Hier en daar staat er nog een oude schoffel overeind die weet wie Rheinvis Feith was en wat hij geschreven heeft. Maar verder? Weet jij waarom het juist níet Barbertje was die moest hangen?  En wie Barbertje was? De auteur Multatuli vind ik een eikel.  Maar nog erger dan zijn boeken vind ik het gegeven dat er straks niemand meer is die ze leest.


| mv | Tue, 09 Oct 2018 |