#251 KURKUMA- BANAAN-O- RAMA

image

‘Welkom in het vrije Westen!’
Dat zei ik vroeger als ik m’n jongste broer uit een goed doorrookte bus van de Euroliner afhaalde. Dat was zo’n vijf jaar na de val van het IJzeren Gordijn, waaraan ook ik kennelijk moest wennen. Een decennium later zou ik het wel uit m’n hoofd laten zoiets te zeggen. Bepaalde grappen vallen minder goed bij mensen die geëmigreerd zijn naar dat grote, vierkante land in het noordoosten. Ja, daarzo.

Weer een decennium later hoop ik maar dat hij daar dit stukkie leest. Want ik wil hier vertellen hoe ook ‘verwende westerlingen’ van etenswaren een gezichtsmasker kunnen maken. Zeker wel.

Dat masker was een tip van een leerling. ‘Meng twee theelepels kurkuma met een pot magere kwark. Even laten intrekken… Wegschrobben met een washandje. Met jouw huid zie je er misschien een beetje geel uit naderhand.’

Later, volgens m’n dochter, zag ik geel als een banaan. Ik rook niet naar iemand die een ‘stimulerend’ gezichtsmasker gedragen had. Wel naar een fris bijgerecht uit de Indiase keuken. Die lust ik graag, net als Indisch eten. Zodoende was ik er in aantrekkelijkheid op vooruitgegaan. Voor even paste ik, naar mijn idee, bij de tropische plantenkas van Blijdorp waar ik ’s avonds geregeld langs fiets. 
Die kas is mooi, maar ik bewonder hem op afstand, vanachter een hoog hek.

Soms beeld ik me echter in dat er door de ramen van de ronde kas extra licht kiert dat speciaal voor mij is aan gedaan. Iemand binnen weet het: tegen halftien komt ze langs. De lampen boven de strelitzia’s en de epifyten gaan aan. Het gedempte, groene waas dat door de beslagen kasramen schijnt, krijgt er een heldere toon bij.
Binnen is het warm. Ik ga aan zo’n tafel bij de vijver zitten, verborgen en veilig tussen de tropische planten en ik kijk naar de oranje vissen in de vijver. Inmiddels herkennen ze mij. Met hun zoenlippen kussen ze even de waterspiegel en happen ze naar de broodkruimels die ik uit een zak van m’n regenjas schud.

Is het een plek om in te wonen? Als hij niet onbereikbaar ver achter een hek zou staan, als hij niet hoorde tot het publieke domein dat overdag van iedereen is, dus van niemand in het bijzonder, als er … Tsja, tsja…  Te veel ‘als’.
Daaraan moest ik denken, ruikend naar kurkuma, ook denkend aan een broer, daarzo in Polen waar eveneens een tropische plantenkas staat, midden in de kou.
Wat ver weg is, komt door een geur even dichtbij. De geur mag blijven.
Maar morgenochtend hoop ik niet meer banaankleurig te zijn. Beter ei-geel, de kleur van afgehard, doordeweeks realisme.

Ps. De Blijdorp-kas is nu vanaf de weg onzichtbaar geworden. Iemand heeft een grote, groene container bij het hek geplaatst. Tegen inkijk?


| mv | Wed, 03 Oct 2018 |